Sjarrel, die eigenlijk Charles heeft, door iedereen die hem kent Sjarrel wordt genoemd, is, wat heet, een voorbeeld van empathie en vriendelijkheid. Maar ook een beetje veel naïef.
Hij groet iedereen vriendelijk, informeert naar het gaan en staan van iedereen, wat overigens niet bij iedereen in goede grond valt, maar de mensen zeggen dat alleen maar als Sjarrel er niet bij is.
Sjarrel is al oud, eigenlijk ouder dan de cijfers van zijn leeftijd aangeven, hij heeft wel een computer, windows 95 en hij maakt met Wordperfect briefjes waarmee hij zelfverzonnen regels kenbaar maakt voor iedereen die dat niet weten wil. De mensen lachen er om, uiteraard achter zijn rug, maar laten hem zijn gang maar gaan.
“Honden niet tegen de heg laten plassen, daar kunnen mensen last van hebben.”
“Parkeren in de vakken, dan hebben meer mensen plaats”
“Fietsen dicht op elkaar zetten, dan hebben meer mensen plaats voor hun fiets.”
“Huisvuil in de juiste contener doen” Zijn spellingchecker kent het woord “container” mogelijk nog niet, en toen iemand, waarschijnlijk een taalpurist, dat corrigeerde werd het briefje binnen twee uur vervangen door het oorspronkelijke exemplaar.
De mensen schudden het hoofd, laat hem maar, hij heeft een hart van goud toch?
Omdat Sjarrel de bankeb niet vertrouwt, heeft hij alleen maar contant geld dat hij uit de flappentapper, winkels zijn namelijk wel te vertrouwen, als kunnen kassières niet meer rekenen, maar dat was vroeger ook zo toch.
Op een kwade dag was het geld op en toog Sjarrel naar de flappentapper. Hij pinde € 250,-- dat voldoende moest zijn voor een maand eten, dat was het vijf jaar geleden toch ook zo per slot. Netjes het scherm en de knoppen voor de pincode afdekken, dat wist hij maar daarbij “drie, vijf, uhhh oh ja zes en negen!” zeggen, was een goed geheugensteuntje maar niet echt slim.
Hij stopte het geld en de pas in zijn portefeuille, die nog van zijn vader was geweest, echt leer! En keerde zich om.
Hij zag twee jongens, jaar of vijftien, leuke jonge mannen toch, even een praatje maken!
“Hallo jongens.”
Een onverschillige blik was de reactie.
“Jullie zijn zeker een tweeling?”
“Waar bemoei je je mee ouwe lul?”
“Nou vanwege jullie gezichten die op elkaar lijken”
“So What”
Ze kennen ook Engels dacht Sjarrel.
“En ook vanwege dezelfde kleren, heeft jullie mama zeker uitgezocht?”
“Gaat je geen zak an ouwe, geef ons dat geld maar dat je net hebt gepind en je pinpas ook maar!”
“Ja maar…”
“Doen of ander gaat er zo dadeLIJK wat gebeuren”
Thuis gekomen zei Sjarrel tegen zijn vrouw en iedereen die hij tegen kwam wat er was gebeurt. Iemand belde de politie, al vond Sjarrel dat niet nodig, het waren zo’n lieve jongens.
“Ze zullen het wel nodig hebben gehad”
Want hij bleef empathisch en zijn vertrouwen in de banken was groter geworden, want die stuurden een nieuwe pinpas en hadden de drieduizend euro die daarna nog van de rekening was gehaald terug gestort.
De nieuwe pincode onthouden was wel moeilijk, maar die stond op een briefje in de portefeuille die iemand had gevonden.
Wat waren alle mensen toch lief, dacht Sjarrel.